weblog:
A website that displays in chronological order the postings by one or more individuals and usually has links to comments on postings.
Raytje
De verzamelde werken – Volume II
De gebruikelijke verzameling van belangrijke informatie, wetenswaardigheden, laatste nieuwtjes, eerste geruchten, roddel, achterklap, onzin en klets.
Jasper Nat’l Park en de Icefield Parkway
Van Lake Louise naar Jasper
We dachten vandaag eens lekker vroeg op te staan, maar dankzij de nachtelijke trein is dat niet helemaal gelukt. ‘s Nachts een tijdje wakker geweest en daarom ‘s morgens wat langer blijven slapen. Het is 8:30 als we weer in het sheltertje ontbijten. daarna is het inpakken. Via de ‘1’ even terug naar Lake Louise om nog even de laatste boodschappen te doen en te tanken. Om 11:10 rijden we Lake Louise uit. Het wordt een lange rit, maar toch één waar ik me op verheug. Een van de parkkrantjes zegt dat je tijdens deze rit eigenlijk moet afwisselen met een andere bestuurder, zodat je je om de beurt kunt vergapen aan de omgeving. Dat gaat in ons geval een beetje moeilijk, maar gelukkig blijkt het niet druk op de weg, dus kan ik redelijk rond kijken. Al gauw zijn we allebei bevangen door de pracht van het landschap. Je rijdt tussen twee bergruggen (een dal dus eigenlijk) naar het noorden. Als je het dal in kijkt, zie je zover het oog reikt bos, heel af en toe afgewisseld met een fel blauw gekleurd meertje. Als je naar de bergen kijkt zie je dat de bomen halverwege de bergen ophouden en overgaan in sneeuw. Het is een raar gevoel dat hier niemand woont, er is hier nergens een huis of boerderij te zien (aan de grotere meertjes staan lodges).
Je bent hier helemaal alleen. Ik probeer me voor te stellen hoe hier ruim 100 jaar geleden (zie de Big Hill) de eerste landmeters van de spoorwegen zich een weg probeerden te banen door dit landschap (er was toen nog helemaal geen weg, helemaal niks!). Erg indrukwekkend.
Op ongeveer een derde van de afstand, is het landschap wat ‘opener’: de bossen hebben hier plaats gemaakt voor een brede rivier, de Saskatchewan River. Er is een uitzichtpunt over de Saskatchewan River. Omdat er ook een paar picknickbanken staan maken we van de gelegenheid gebruik om een heerlijke chocolade donut te verorberen. Fabian zit al gauw helemaal onder en moet eerst schoongemaakt worden… Ik maak foto’s van het prachtig wijds gezicht over de meanderende rivier, met op de achtergrond de eeuwige besneeuwde bergtoppen.
Halverwege de afstand begint de weg te stijgen. Langzamerhand komen we boven de boomgrens. Hier begint het land van de kale rots, harde wind en lange rode palen naast de weg (als het gesneeuwd heeft, weet je waar de weg loopt). Je gaat hier over de Sunset Pass, waarna je ook Jasper National Park binnengaat, zie ook het kaartje. Vlak daarna het Icefield Centre, een museum dat gewijd is aan de Athabasca Glacier. Je kunt met een speciale off-the-road bus over de gletsjer rijden. Dat gaan we later doen, nu beperken we ons tot het gletsjer museum. Via een tentoonstelling kun je je op de hoogte stellen van gletsjer-weetjes. Na de lunch rijden we door. We zijn vanmorgen met prachtig weer vertrokken, maar hoe noordelijker we komen, hoe bewolkter het begint te worden.
Vlak voor Jasper liggen de grote campings. Eerst kijken we wat rond op de Wapiti campground. Die vinden we eigenlijk maar niks, te weinig beschut. We besluiten ook even te kijken op de Whistlers campground aan de overkant van de weg. Die is iets groter: de ingang lijkt meer op een toegang tot een tolweg: drie hokjes naast elkaar. Als we vragen of we zelf even mogen rondkijken, worden we er fijntjes op gewezen dat ze meer als 700 plaatsen hebben en dat ze ons toch echt een plaats toewijzen. Als we daar een probleem mee hebben, dan kunnen altijd nog verkassen. We vragen maar om een rustig plaatsje in een gedeelte met bos. Het is eigenlijk best een leuke plaats, en de komende vier avond-en-nachten zullen we het hier best naar ons zin hebben.
Na het opzetten van de tent gaan we meteen door naar Jasper town. Het is een geinig dorpje, dat helemaal in het teken staat van het park, en dus behoorlijk toeristisch is. Gelukkig niet overdreven, ze hebben een goede balans gevonden tussen de natuur en de commercie, vind ik. Geen grote M-en op meters hoge palen en geen drive thru’s. Het visitor centre dat het nationale park runt staat midden in het dorp in een soort parkje. Dat parkje is bevolkt door de wereldreizigers (net zoals die in Banff en Lake Louise). Overal liggen rugzakken en hun eigenaren in het gras te… tja wat doen die gasten eigenlijk? Uitrusten? Wachten? Vakantie houden? Who knows, maar het straalt wel een bepaalde ‘Don’t worry – be happy’ sfeer uit.
Later eten we wat in een restaurantje een straat verder. Het was een vermoeiende dag, Jasper zelf doen we de komende dagen wel.
Vaderdag in Jasper
Het is vandaag 18 juni en vaderdag! Zodra ze merken dat we wakker zijn komen onze twee kleine boefjes hun vaderdagkadootjes brengen (heb ik overigens zelf ingepakt). Fabian ‘iets’ ondefinieerbaars dat ie op het kinderdagverblijf al heeft gemaakt en Manous zegt het zelfde rijmpje van moederdag nog een keer in de vader-versie op. Bovendien heeft ze wat geknutseld. We hebben overigens wel lekker uitgeslapen tot 9:00. Daarna ontbijten in zo’n sheltertje, en dit keer zijn we niet alleen. Tijdens ons ontbijt komen er steeds meer meiden binnen. Het blijkt een stel internationale 20-jarige grieten voorzien van een overdosis hormonen die zo’n trip door Canada maken in een grote van. Je ziet ze regelmatig op de campings. Ze zijn gisterenavond kennelijk uit geweest en ‘s morgens was de groep ineens uitgebreid met een paar jongens. Dus er werd een hoop afgelachen en gechiecheld en iedereen werd op de hoogte gesteld van de laatste roddels.
Het is takken-weer: koud en regen. Maar de was moet gedaan worden en we moeten boodschappen halen. In een ‘coin-op laundry’ (coin-operated laundry) doet Lizet de was. Bij een IGA doen we boodschappen. Ik probeer in een krant de weersvoorspelling voor de komende dagen te vinden. Volgens de krant blijft het de komende dagen toch sukkelen.
In de middag willen we piknikken bij Lake Annette. Dit is een meertje ten westen van Jasper. Er staan genoeg picknick banken en parkeerplaatsen, en met dit soort weer is er natuurlijk niemand. We hopen er op dat ook hier een paar picknickbanken in een sheltertje te vinden zijn. Gelukkig wel. Terwijl wij de ‘tafel dekken’, ravotten de kinderen in een speeltuin vlakbij. En verdomd: het blijft droog. Het klaart zelfs op. In het sheltertje demonstreert papa hoe je onder ‘primitieve’ omstandigheden eieren kan bakken. De bewolking breekt open en we besluiten een rondje om het meer te lopen. Volgens de ‘Day-hiker’s Guide – Jasper National Park’, heet dit de Lake Annette Loop (hoe origineel), en ja hoor, het hele pad is buggyable. Handig, want Fabian kan zo’n afstand nog niet lopen. Manous vindt dat zij dat ook niet kan, en wil ook in de buggy. Toch ‘moet’ ze lopen. Het wordt warmer en warmer en al gauw loop ik in mijn t-shirt. Halverwege het rondje ga ik alvast maar vooruit en haal de auto alvast op: het rondje is toch net iets te lang.
Dan richting camping. Als Fabian in de gaten krijgt dat ie moet slapen begint zijn offensief: ‘ik ben niet moe’ en dat 3 keer per minuut. Als ie in zijn bed ligt valt ie natuurlijk als een blok in slaap valt. ‘s Middags bekijken we Jasper eens wat beter. Het is voor een groot deel gebouwd langs het rangeerterrein. Als we de auto hebben weggezet langs het spoor komt er net een passagiers trein binnenrijden: de Rocky Mountaineer. Deze trein rijdt een vast traject en is uitgerust met panorama wagons. Je kunt daar via grote ruiten de omgeving mooi bekijken. Zo’n trein rijdt natuurlijk ook door de mooiste stukjes Rockies. In Jasper worden ze opgewacht door een bus van dezelfde organisatie en worden ze ergens voor het diner afgezet.
In Jasper kopen we anzichtkaarten om te versturen en snuffelen verder. Je kunt hier wel internationaal eten: Amerikaans, Italiaans, Koreaans, Japans, Chinees, mediteraan (wat dat dan ook wezen mag), Mexicaans, etc. Wij eten bij de Griek, het Something Else restaurant. Mousaka en giros, alhoewel dat laatste in mijn ogen meer op frikandel lijkt. Dat hebben we wel eens meer meegemaakt bij een Grieks restauarant in San Diego.
Na het eten rijden we nog even langs de Jasper Airtram (kabelbaan). Beide kids zouden het liefst meteen omhoog gaan en Manous stelt in een kwartier tijd honderden vragen over het hoe en wat van een kabelbaan.
Om negen uur liggen ze in bed, maar vooral Fabian wil maar niet slapen. Het lijkt erop dat meneer ‘s middags niet meer hoeft te slapen. Maar als we daar aan beginnen, dan is ie ‘s avonds waarschijnlijk niet te genieten.
Miette Hotsprings
We zijn weer eens lekker laat wakker geworden, het begint een gewoonte te worden. Tijdens het ontbijt begint het lekkerder weer te worden.
Vandaag gaan we naar de oostkant van Jasper Nat’l Park. Het doel is Miette Hotsprings, een warmwaterbron, waar je kunt zwemmen (en laat het dan maar regenen!). We volgen de Yellowhead Highway ’16’ richting Edmonton. De weg (en de spoorlijn) volgt een min of meer open en vlak terrein met veel meertjes. Er wordt veel gewaarschuwd voor grazende fauna, en inderdaad moeten we regelmatig afremmen voor een of meer bighorns die op de weg staan. Het vlakke landschap is weer eens iets anders als de ene berg na de andere. Het berglandschap komt overigens terug op het moment dat we de ’16 verlaten en de Miette Road de bergen in rijden. Als je hier zo rijdt, zonder ook weer één huis, boerderij, hotel of dorp tegen te komen, dan denk je wel ‘hoe heeft iemand zo’n warmwater brom ooit kunnen vinden?’. Zo afgelegen is het hier. Maar na een 20 kilometer bereiken we dan toch de hotsprings. Een ruime parkeerplaats (het is er gewoon niet druk) en een picknick plaats. Naast de parkeerplaats hebben ze een mooi ‘zwembad’ neergezet. Zwembroek en handdoek mee en al gauw zwemmen we in badwater, zo voelt het tenminste aan. Het ‘badwater’ is een lekkere 39 graden, alhoewel het als 50 graden uit de rots komt. Af en toe even afkoelen in water van 10 graden (dat dan wel heel koud is). Het is wel een raar gevoel: in bad zitten onder de blauwe hemel en genieten van het berglandschap. Dat zou je thuis ook moeten hebben… Na een uurtje zijn we helemaal rozig en loom, bovendien is het picknick tijd, we krijgen honger. In de picknick area eten we onze boterhammen.
Na het eten wandelen we een stukje verder, daar staat het oude zwembad, in gebruik tot 1983. Het zwembad is nu volgestort met zand en er groeien een paar bomen in. Het gebouw is gesloopt, maar de fundering staat er nog. Een stuk verder komt het water daadwerkelijk uit de grond. Stinken natuurlijk, omdat er zwavel in zit (in het zwembad zelf hebben ze er het zwavel uitgehaald, dat stinkt meer naar chloor!). De omgeving is geel, ook door het zwavel. Nog steeds een beetje duf, beginnen we aan de terugreis naar Jasper. Eerst weer het stuk berglandschap van dalen en stijgen. Daarna het vlakke stuk highway richting Jasper. Lizet en kids vallen al gauw in slaap. Na een uur bereiken we de camping. Daar wordt iedereen weer wakker. Lizet vraagt zich af wat we hier doen, want ik zou eigenlijk naar het internet cafe gaan om de home page bij te werken. Ok, dan stappen we allemaal weer in, en rijden we naar Jasper.
Vlak voor onze auto kijkt een bestuurder niet goed uit, en laat zich door een tig-tonner Mack truck finaal aan gort rijden. Als ik de auto geparkeerd heb in de berm van de weg, ren ik naar de plek waar de ‘combinatie’ tot stilstand is gekomen. Meteen zijn er een hoop mensen, die allemaal nine-one-one staan te mobielen. Meteen gaan de sirenes in het nabij gelegen Jasper loeien en binnen een paar minuten zijn de verschillende hulpdiensten er. Of hij en zij het overleefd hebben betwijfel ik, en de rest van de avond is de stemming bedrukt. Ik werk toch zo goed en kwaad als het gaat de homepage bij, terwijl Lizet en de kindjes naar een speeltuin gaan, daarna gaan we eten in een Chinees restaurant. Ik merk aan mezelf dat, na het zien van wat er overblijft van wagen en inzittenden, ik heilig ontzag voor heb voor de enorme vrachtwagens die je hier ziet rijden. Later, weer thuis, komen we er achter dat de passagier slag dood is geweest, en de bestuurder zwaar gewond is afgevoerd naar een ziekenhuis, zie het berichtje in de lokale krant, de Jasper Booster.
De Jasper Airtram en Lake Maligne
Onze derde en laatste dag in Jasper, op 20 juni. Vandaag krijgen Manouschka en Fabian eindelijk hun zin: we gaan met de kabelbaan. Gisteren hebben ze ons de oren van onze kop gezeurd om met de kabelbaan te gaan. We hebben dat bewaard tot de laatste dag in Jasper, en dat is vandaag. De kabelbaan, de Jasper Airtram om precies te zijn, ligt vlakbij de camping. Fabian heeft het hoogste woord, totdat ie in het grondstation daadwerkelijk ‘onze’ gondel op zich af ziet komen. Dat is een beetje eng, en ineens hoeft ie niet meer zo nodig. We moeten hem in het gondel tillen. Zodra we langzaam vertrekken en steeds sneller de hoogte in gaan, is dat al weer over en vind ie het prachtig. Manous vindt alles prachtig, ze kan lekker naar buiten kijken. Er gaat een begeleider mee en tijdens de rit omhoog krijgen we op de gebruikelijke Amerikaans/Canadese manier een hoop feiten over ons uitgestrooid: hoe lang, hoog, zwaar, snel etc is deze kabel baan. Het ritje duurt een minuut of zeven en algauw kunnen we boven uitstappen. Het is aardig koud (want bewolkt en het waait). Er is hier boven eerlijk gezegd ook niet veel: de rots waarop het bergstation is gebouwd is zo kaal als een biljartbal. Er ligt nog wel wat sneeuw, maar daar houdt het dan wel mee op. Het uitzicht is wel de moeite waard. Jasper kun je natuurlijk heel goed zien liggen, maar ook het Lake Annette, waar we eergisteren geweest zijn. De spoorlijnen kun je goed zien liggen en ik kan de remsporen van het ongeluk van gisteren nog zien staan op de weg. Maar goed, het is koud en we lopen allemaal met een capuchon op, dus waarom gaan we dan niet naar binnen? In het bergstation is een restaurantje waar we achter grote ruiten genieten van het uitzicht en warme chocomel. De kids proberen met een verrekijker details te bekijken en dat levert, vooral bij Fabian leuke taferelen op: verrekijker tegen zijn voorhoofd en zeggen dat ie de trein ziet.
Dan gaat het naar beneden en meteen door naar Lake Maligne, volgens de beschrijvingen een ‘parel’. Het is een lange weg ernaar toe: het is een kilometer of 50 van Jasper vandaan. Na een uurtje zijn we er en op een picknickplaats aan het water proberen we te lunchen. De muggen denken daar anders over en vallen vooral Lizet aan. We blazen de aftocht en zoeken ons heil een meter of 20 verder van het water af. Dat helpt en we kunnen onze lunch rustig afmaken. Dan een wandelingetje langs het water. Het landschap lijkt me iets te veel op de Ardennen. Omdat het bovendien zwaar bewolkt is, vind ik het lang niet zo mooi als beschreven en gehoopt. Halverwege het wandelingetje langs het water komen we op een grasveld waar het stikt van de eekhoorns. De kinderen vinden dat wel leuk en proberen de beestjes uit hun holletjes te lokken. Dat lukt met gemak, er springt er zelfs een bij Manous op haar schoen.
Op de weg terug zien we nog een mega-stekelvarken de weg over waggelen. Even verderop, komen we langs een eenzame boom op een rots in het wilde water van een rivier. Mooi om een plaatje van te maken, en ik ben niet de enige die dat denkt. Er staat nog een aantal mensen, en die wijzen me op de adelaar die boven op de boom zit. De adelaar is gevlogen voor dat ik een foto kan maken, en de foto van de boom plus rots is door het bewolkte weer te donker. Helaas. Voor zon moet je naar Griekenland!
Weer vallen Lizet en kids in slaap op de terug weg en ben ik de enige die van de omgeving geniet. Aan het eind breekt zelfs de zon weer door. ‘s Avonds douchen we en maken we de auto en tent klaar om te verkassen. Het is tijd om de Nationale Parken te verlaten en richting de kust te gaan.
Van Jasper naar Golden
Yes! Het is vandaag 21 juni. Dat betekent dat de zomer begint. Eindelijk. Vanaf nu komt het allemaal goed! En inderdaad, de zon schijnt al flink als we uit onze tent komen. We ontbijten lekker in de openlucht in plaats van zo’n donker sheltertje. Ik heb er zin in en heb in een mum van tijd de tent afgebroken en in de auto gedaan. Vandaag hebben we een lange rit voor de boeg. We gaan vanuit Jasper terug over de Icefield Parkway terug naar Lake Louise en vandaar uit naar Golden. Dat betekent dat we Jasper, Banff en Yoho National park vaarwel gaan zeggen en een begin gaan maken aan de rit naar het westen. De Icefield Parkway en omgeving is prachtig. Alle grote bergtoppen liggen te blaken in de zon. Dat de toppen zelf nog helemaal wit van de sneeuw zijn, maakt het alleen maar mooier. We maken een tussenstop bij de Athabasca Falls. Hier stort een 30 meter brede wilde rivier vol blauw/groen gletsjer water zich een meter of 20 naar beneden. Een imposant en ook vochtig gezicht. Weer verder. Verschillende keren zien we groepen wandelaars lopen. We vragen ons af hoe ze dat organiseren, ze kunnen de afstand toch niet in één keer lopen, er is hier helemaal niks! Langzaam klimmen we omhoog en na een uur bereiken we de Athabasca Glacier, een uitloper van de Columbia Icefield.
Zoals al eerder beloofd gaan we met een speciale off-the-road bus de gletsjer op. In het Icefield Centre koop ik vier tickets en een half uur later worden we in een gewone bus naar een tussen station naast de gletsjer gebracht. Daar, op een tochtig stuk gravel worden we overgeladen in de off-the-road bussen. De chauffeurs van beide bussen doen hun uiterste best ons te vermaken met droge Amerikaanse humor. De rit zelf is een hele belevenis. Met een noodgang van 15 kilometer per uur. worden we omhoog gereden op blauwachtig ijs. Midden op het ijs is er een ‘bushalte’ gemaakt waar iedereen kan uitstappen. Manous en Fabian genieten zichtbaar van de hobbelige rit in een ‘toere bus’ (Fabian kan nog geen ‘st’ zeggen, en maar er maar ‘t’ van). Op de vlakte zelf waait het behoorlijk, ook al schijnt de zon. Lizet vlucht na een tien minuten maar weer naar binnen met de kids. Papa vriest nog even wat verder en maakt nog wat foto’s en video. Terug gaat op de zelfde manier.
Als ik door het Icefield Centre loop, met Manouschka aan m’n hand wordt ze omver gelopen door een stel Japanse huisvrouwen. Ik roep ze luid ‘Excuse me?’ na, maar ze spreken kennelijk geen Engels (waarom zou je ook
in Canada?) en lopen door alsof er niets aan de hand is. Tuig! We hebben al vaker gemerkt dat dit volkje zich hier erg arrogant opstelt. Een lesje nederigheid zou niet mistaan! Zo, dat ben ik weer kwijt. Waar was ik ook als weer? Oh ja, we gingen eten. Het is toch wel frisjes en we lunchen dan maar in de auto. De rest van de rit is net zo mooi, en ik besluit dat dit toch wel een van de hoogtepunten van de vakantie is. De vakantie is nog wel niet voorbij, maar de Icefield Parkway staat in de top-3!
Als we zo bij Lake Louise aangekomen zijn en over de TransCanada Highway ‘1’ naar het westen gaan, trekt de hemel dicht en een groot deel van de rit door Yoho Nat’l Park regent het pijpestelen (of is het tegenwoordig pijpenstelen?). De rit door Yoho is er een van constant afdalen. Als we aankomen in Golden is er (gelukkig) weer niets aan de hand, lekker droog met een zonnetje. We staan hier voor de verandering eens niet op een National Park of Provincial Park camping maar op een ‘municipal’ of gemeente camping. Ingeklemd tussen de Kicking Horse River, een bergwand en het plaatje Golden ligt een mooie beboste camping. ‘s Avonds, na het eten in een family diner en het kopen van een nieuwe zak ijs voor onze koelkast, stoken we een flink kampvuur, wat de kids erg interessant vinden. Het houdt ons in ieder geval warm tot een uur of half elf.
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetuer adipiscing elit, sed diam nonummy nibh euismod tincidunt ut laoreet dolore magna aliquam erat volutpat. Ut wisi enim ad minim veniam, quis nostrud exerci tation ullamcorper suscipit lobortis nisl ut aliquip ex ea commodo consequat. Duis autem vel eum iriure dolor in hendrerit in vulputate velit esse molestie consequat, vel illum dolore eu feugiat nulla facilisis at vero eros et accumsan et iusto odio dignissim qui blandit praesent luptatum zzril delenit augue duis dolore te feugait nulla facilisi.