weblog:
A website that displays in chronological order the postings by one or more individuals and usually has links to comments on postings.
Raytje
De verzamelde werken – Volume II
De gebruikelijke verzameling van belangrijke informatie, wetenswaardigheden, laatste nieuwtjes, eerste geruchten, roddel, achterklap, onzin en klets.
Kananaskis Valley en Banff
Eindelijk op weg!
Vandaag gaan we eindelijk op vakantie. Na een half jaar voorbereiden is het zover. Normaal zit er een bij zo’n reis de laatste dag voordat we gaan een knoop in m’n buik. Vreemd, maar vandaag heb ik daar geen last van. Alles is geregeld. Goed voorbereid. Niets is aan het toeval overgelaten (jaja, ik ben een control freak). Gisterenavond toen de kids eenmaal in bed lagen hebben we de bagage ingepakt. 77 Kilo schoon aan de haak. We mogen 20 kilo de man meenemen, dus zitten aardig aan de limiet.
‘s Morgens kijken we op teletekst. Vlucht TS 965 is een uur te laat. Dus dan vertrekt ie ook een uur later. ‘s Middags komen opa en oma voorrijden. We gaan met twee auto’s naar Schiphol: de familie gaat weer eens op vakantie. Een beetje decadent is twee auto’s natuurlijk wel… We willen vroeg bij de incheckbalie staan, dan kunnen we nog stoelen uitzoeken. Aangekomen bij balie 16 zien we dat onze medepassagiers dat idee ook hadden. Mooi achter aansluiten dus. Na een drie kwartier zijn wij aan de beurt (waarom gaan al die andere rijen altijd sneller?). Ergens ‘bovenop’ de vleugel zijn nog twee rijen van twee stoelen achter elkaar. ‘t is niet anders. Na de douane racen we als volleerd Schiphol-gangers naar de kinderhoek. Daar kunnen de kids zich nog even lekker uitleven. Ik heb koppijn, dat beloofd wat. Ik ontvlucht de herrie en probeer vlakbij de kinderhoek wat te rusten. Zo kan ik mooi ‘ons’ vliegtuig aan zien komen. Na een half uurtje lopen we naar de gate. Nog effe zitten in de wachtruimte bij de gate.
Dan het instappen. We hebben afgesproken dat ik Manous bij me neem en Lizet Fabian. Halverwege de vlucht ruilen we dan. Met die koppijn ben ik blij dat ik Manous bij me heb, die snapt al wat beter wat er gaat gebeuren. Zodra ze op haar stoel zit begint Manous meteen de noodaanwijzigen te ‘bestuderen’. En dan komen de vragen, als: ‘Waarom moet je zo’n ding op je mond houden als het vliegtuig…’. Tja, dat krijg je als je kinderen probeert voor te bereiden op vliegen. Eigen schuld, dikke bult. Dan het vertrek. Gelukkig krijgen we daarna eten, want het is al een uur of acht. Manous vindt alles prachtig en wil alles weten. Langzaamaan probeer ik haar tot slapen te brengen. Dat duurt wel een uur, maar uiteindelijk valt ze in slaap. Lizet heeft Fabian ook ongeveer zo ver. Zelf sukkel ik ook wat weg, maar echt slapen, nee, dat lukt niet. Als Manous weer wakker is (na een uur of drie slapen), wil ze bij mama zitten, zoals beloofd. We kunnen dat rekken tot een uur voor de landing, en dan krijg ik Fabian ‘onder beheer’. Vlak voor de landing ook nog een light snack, zoals ze dat noemen. Fabian, wil per se door het raampje kijken maar is net te klein als ie ingesnoerd zit. Dan maar een kussentje eronder. Gelukkig zijn er genoeg wolken die hij wel kan zien. Vindt ie ook goed.
Na het uitstappen had Fabian er duidelijk zin in, en rende naar de bagageband. Koffers, buggy, douane, auto regelen. Calgary Airport is een klein vliegveld, dus we hoeven niet ver te lopen. De verhuurbalie van Hertz is in de aankomsthal, de auto staat aan de overkant in de parkeergarage. Dat is nou het voordeel van een klein vliegveld. Hier geen courtesy shuttle bussen die eerst 3 kilometer moeten rijden en veel gesjouw met de bagage. Het is een mooie auto met veel knopjes. Ik heb de Hertz balie gevraagd hoe ik het beste naar Motel 8 in Calgary kan komen. Ik kreeg meteen een kaartje met route mee. Binnen een half uur waren we daar. Gedurende die eerst rit zaten de kids met hun neus tegen de ruit. ‘(G)rote (v)rachtootoos’ merkte Fabian op. Motel 8 verwachtte ons (ik had per internet gereserveerd) en binnen tien minuten zaten de kids in bad met bootjes te spelen. We waren toch wel een beetje afgewerkt, en om een uur of 10 lag iedereen fris gedoucht, maar duf door het tijdverschil, in bed. Om een uur of drie was er wat herrie buiten en werden we allemaal wakker (ook door de jetlag). Toch maar weer verder proberen te slapen…
Boodschappen doen in Calgary
Om half 7 zijn we wel uitgeslapen.
De receptioniste van Motel 8 heeft gisteren bij aankomst al gezegd dat de Denny’s om de hoek is. We weten van vorige vakanties dat je daar uitstekend kunt ontbijten. Het is een prima manier om de Amerikaans-Canadase way-of-breakfast te bestuderen. De menu kaart is met foto’s dus je hoeft er geen Engels voor te kennen. Handig om aan Manousje en Fabian te vragen wat ze willen eten. Pancakes natuurlijk! Wijzelf nemen zo’n van-alles-en-nog-wat bord met ei, spek, worstjes, gebakken aardappelen, pancakes en toast. De Denny’s staat aan de Transcanada Highway, die van Oost-Canada naar West-Canada loopt, dus genoeg vrachtverkeer. Fabian en Manous kunnen zich dan ook goed bezig houden met de grote bakken die langs komen rijden.
Als we klaar zijn met ontbijten moeten we eerst boodschappen doen. Ons motel staat aan de Crowchild Trail, en een stuk verderop heb je verschillende grote shopping malls. De Safeway supermarkt is op zondagmorgen om half negen (natuurlijk) al open. We hadden thuis al een flinke boodschappenlijst gemaakt van al zaken die we als eerste moesten kopen. De kids verbazen zich over formaat (chips bv), hoeveelheid en rare dingen. Als ik de piepschuimen bak voorstel als onze koelkast voor de komende drie weken, vraagt Mnaous zich af of papa nog wel in orde is. Let maar eens op. De boekwinkel Chapters is aan de overkant van het shopping centre. Deze is gelukkig ook al open, we moeten een plattegrond van Calgary hebben. Dan uitchecken in het motel. Dat is dankzij de credit card zo gebeurd, en we kunnen verder. Op weg naar een Walmart (soort mega-Gamma) in de Franklin Mall, helemaal aan de andere kant van Calgary. Wat we namelijk nog niet hebben is een gabsbrandertje. Dat hebben we met opzet niet in Nederland gekocht omdat ten eerste het gasflessen- systeem in Canada en Amerika niet hetzelfde is als in Nederland. Bovendien mag je geen gasflesjes in het vliegtuig meenemen. Een stuk verderdop naar de Canadian Tire voor een tentlamp. Ook kopen we hier voor de kids een setje voor de zandbak: emmer, schepjes, zeefjes en zo. Kunnen ze een beetje rotzooien op de campings.
Eigenlijk zouden we nog een nacht op een KoA camping vlak bij Calgary blijven, maar het weer is niet zo heel erg lekker en bovendien krijgen we de indruk dat er niet zo heel veel te zien is. Calgary lijkt niet zo heel erg op toerisme ingesteld. Misschien de verkeerde indruk, maar zo kwam het op ons over. We besluiten dus meteen naar Kananaskis Country te vertrekken, de bergen in. Als we Calgary uitrijden komen we langs de KoA camping die we op het oog hadden. Het is een lap gras tegen een berg aan geplakt zonder veel beschutting tegen de wind die momenteel erg hard waait. Dus toch de juiste beslissing: doorrijden. Het is een rit door een kaal en glooiend terrein. Begroeiing is er niet veel. In de verte kun je de Rockies, met de nog besneeuwde bergtoppen, al zien liggen en gaandeweg komen ze dichterbij. Het terrein begint meer en meer te stijgen en dalen. Na een anderhalf uur dient de afslag naar Kananakis Country zich aan, highway ’40’. We zien alleen maar mensen terug komen uit dit gebied (het is zondag en morgen moet iedereen weer aan het werk). Dat is mooi, we houden wel van een rustige camping.
Zodra we Kananaskis Valley binnenrijden weten we dat we goed zitten: mooie natuur, slingerende riviertjes door beboste dalen, flinke bergtoppen, met, zoals gezegd, nog flink wat sneeuwe erop. We zien een aankondiging dat deze weg 50 kilometer verderop is afgesloten. Waarom? Sneeuw natuurlijk! Het is toch pas juni!? We besluiten naar het Mount Kidd RV Park te gaan. Eigenlijk had ik wat verder willen door rijden naar Peter Lougheed Provincial Park, maar volgens de beschrijving in het Canadian Rockies Handbook is Mount Kidd een uitzonderlijk mooie camping. We krijgen een plaatsje op de tenting section. En inderdaad, het is een leuk plekje tussen de bomen. Maar ik krijg al meteen ruzie met de haringen die de gravel-grond niet in willen. Ik wil gras onder de tent! In mijn herinnering aan andere vakanties hebben campings altijd gras of bosgrond, waar je de haringen bijna met de hand in kan drukken…
Tijdens het opzetten van de tent (met enig vloekwerk, dat wel) gaan de kids meteen aan de gang met hun emmers en schepjes. Mooi, dan kunnen wij even rustig de tent inruimen en de bagageruimte van de auto ombouwen tot provisie- en klerenkast. Na een uurtje is dat ook gebeurd en zijn we helemaal klaar.
We bekijken de camping eens even en het blijkt dat ze een whirlpool hebben. Lizet wil die zeker gaan uitproberen!
Eerst maar wat eten. Dat doen we in Kananaskis Village. Een typisch resort dorpje dat je hier wel vaker in de nationale parken tegenkomt: er staat een lodge en een hotel met bijbehorende winkeltjes en restaurants en verder niets. In een van die restaurantjes eten we. Daarna kunnen we de kinderen zo de slaapzak inschuiven…
Kananaskis Valley
Vannacht zijn we er drie keer uit geweest. Zowel Manouschka en Fabian moesten weer even wennen aan het kamperen. We hopen maar dat dat wennen snel gebeurd is.
‘s Morgens is het nog goed koud, de bergtoppen die de camping omringen steken nog in de wolken. Ons nieuwe gasbrandertje doet goede diensten: eerst de melk voor de kids en daarna de thee voor ons. Ze zijn in een wip warm. In het campinggebouw hangen payphones en we bellen even naar huis. In Nederland blijkt het warmer als hier, dus daar hadden we het allemaal niet voor hoeven doen…
Ons eerste ontbijt op de camping is wel even wennen voor Manous en Fabian, maar het gaat er toch goed in.
Na het ontbijt doen we een ‘trailtje’, zo’n wandeling die hier overal zijn uitgezet en die je teen en tander van de natuur proberen bij te brengen. Het is maar een klein wandelingetje, maar wel leuk. Het blijkt dat de camping vlak naast een behoorlijk wild stromend riviertje ligt. Door alle bomen hadden we dat nog niet in de gaten. Zowel Manous en Fabian willen met steentjes spelen en even later staan we met z’n vieren keien in het water te gooien en proberen we stenen over het water te laten ‘ketsen’. Al spelend heeft Manous niet eens in de gaten dat ze aan het wandelen is en Fabian vindt alles prachtig.
Het idee van een camping op bosgrond laat me niet los en we besluiten naar een camping 20 km verder in de Valley te gaan kijken en mogelijk te gaan verkassen. De rit gaat door erg mooi gebied, maar het weer is erg triest: hoe verder we de Valley inrijden, hoe harder het gaat regenen. De hoofdweg (highway 40) is afgesloten, maar de afslag naar het Peter Lougheed park is open, de campings zijn dus wel bereikbaar. Helaas bestaan ook deze campings, alhoewel toch in de bossen, ook uit gravel plaatsen. Bovendien regent het hier flink. Dus het plan om te verkassen laten we maar varen.
Terug op de camping is het tijd om te eten. Het wordt broodje knakworst. Daarna kan Fabian nog mooi effe plat. Manous gaat met mama even naar de speeltuin. Als Fabian wakker is schuiven we de tent een metertje op: toen we hier kwamen hebben we er geen rekening mee gehouden dat we vuur konden stoken. We hebben de tent te dicht in de buurt van de vuurplaats gezet. Nu schuiven we hem dus een stuk op. Dan kunnen we vanavond eens kijken of we een vuurtje kunnen maken.
Zoals gezegd: de camping heeft een whirlpool. Het is er een met een ‘view’: via grote ramen heb je al bubbelend een prachtig uitzicht op de machtige bergen. Vooral Mount Kidd is prominent aanwezig. Overigens heb ik zo mijn bedenkingen over zo’n whirlpool, kleine kinderen samen met legionella en zo, dat lijkt me niks. We blijven er dus maar niet te lang in.
Het avondeten, dat willen we noodgedwongen in het zelfde restaurantje doen: andere restaurants zijn niet ergĀ geschikt voor kinderen en bovendien veel te duur. Als we bij het restaurant in de Village aankomen zien we dat ze het menu gewijzigd hebben: het is nu geen restaurant meer, maar meer een cocktail bar. Hm, dat gaat dus niet. Na wat rondkijken wordt het een broodjes bar, waar ze ook pizza’s verkopen. Nou, dan dat maar. Gelukkig zijn het wel Pizza Hut pizza’s. Fabian ligt een beetje dwars en weigert te eten. Die moet straks nog een boterham, anders wordt ie vannacht wakker.
Terug bij de tent is het tijd om een vuurtje te stoken. Manous en Fabian kijken op een eerbiedige afstand toe (ik heb ze een beetje gezonde angst voor vuur ingeboezemd). Als het eenmaal brandt, vinden ze het prachtig. Vooral het takjes en houtjes sprokkelen en onder begeleiding in het vuur gooien doet het ‘m. Na een tijdje zijn ze moe en gaan ze gedwee slapen. Met truien en jassen houden we het nog even vol, maar dan is het voor ons toch ook te koud.
Een dagje Banff
Vannacht zijn we er ‘nog’ maar twee keer uitgeweest, het gaat dus de goeie kant op. Als we de tent uitrollen, zien we een bijna wolkenloze hemel. Nog wel koud, maar dit is wel veelbelovend!
Vandaag gaan we Banff ‘doen’. Dat ligt, natuurlijk, midden in het Banff National Park, zie ook het kaartje, en we moeten dus een park pass kopen. Die kost 70 dollar, maar daar mag je dan ook alle nationale parken een heel jaar mee in. Dat is weer effe boffen! De eerste indruk die ik van het park krijg is: bossen en bossen en nog eens bossen. Zover als je kunt kijken heb je bossen, en daarboven besneeuwde bergtoppen. De highway slingert zich een weg door de dalen en even later bereiken we Banff.
Banff staat in het Canadian Rockies handboek beschreven als een toeristenoord. Dat lijkt het ook wel te zijn, alhoewel wij er buiten het hoogseizoen zijn, en dan valt het nog allemaal mee. Maar de voorzieningen (veel parkeerplaatsen, picknickbanken, restaurant na restaurant en veel souvenir shops) wijzen er op dat het hier in het hoogseizoen topdrukte is. Midden in het centrum van Banff heb je het Banff Park, met een grote parkeerplaats. Daar zetten we de auto neer en slenteren we door het centrum. Ik heb m’n tekst voor het online dagboek en het adres van het internet cafe meegenomen, zodat we de website kunnen bijwerken. De straat waar ‘het allemaal gebeurd’ is Banff Avenue. Alhoewel het vanmorgen prachtig weer is, is het hier in Banff regenachtig. Maar goed, we laten ons niet kennen en lopen de Banff Avenue af. Hier is ook het internet cafe en ik ga naar binnen. Lizet neemt de kinderen mee om wat te drinken en nog wat rond te kijken.
Het internet cafe wordt beheerst door de ‘wereldreiziger’. Dit type reiziger, gekenmerkt door fleece trui, makkelijke broek met veel zakken en een enorme rugzak, loopt hier in en uit om in contact te blijven met de rest van hun wereld. In het cafe is het donker en de muziek staat er flink hard. Ik krijg een pc-tje toegewezen en probeer onze website te bereiken. Het werkt!
Voor de liefhebber: met het FTP programma van Windows (command line) haal ik een voorgekookte file op (layout zit er al in, alleen de tekst moet nog worden toegevoegd) en zet die in de root van C: van de cafe computer. Daar werk ik hem bij met notepad (kan het nog simpeler?). Sommige HTML-codes, nodig voor tekst formatting, ken ik daarvoor uit m’n hoofd. Als de tekst is ingeklopt, stuur ik de file met het FTP progje weer terug naar HetNet. Binnen een uur heb ik de website bijgewerkt, iedereen een e-mail gestuurd en de onze eigen e-mail gecheckt.
Ik loop terug naar het parkje en tref Lizet en de kids daar. We lopen gezamelijk verder door het dorpje en vinden een Mexicaans restaurant waar we lekker wat tortilla met inhoud wegsnacken. Omdat we in Kananaskis valley niet echt lekker kunnen gaan eten, besluiten we om nu maar warm te eten en dan vanavond bij de tent ‘koud’ te eten. Bij een lokale deli kopen we daarvoor wat huzaren-achtige-salade (door ons steevast ‘prut’ genoemd).
Daarna kijken we met de auto wat verder rondom Banff. Via Glen Avenue rijden we naar Bow Falls, een stevige waterval/stroomversnelling. Vandaar uit kun je ook het majestueuze en pompeuze Banff Springs Hotel zien staan. Dat is dan ook de volgende stop waar we naar toe rijden. Volgens de foldertjes en boeken die we hebben ben je welkom om hier binnen te lopen en uitgebreid rond te lopen. Omdat de kinderen al moe zijn, doen we dat niet, maar ik had het best eens willen zien. Na het Banff Spring Hotel, gaan we nog wat verder de berg op richting Upper Hot Springs. Hier komt warm water uit de berg lopen, dat dan een soort van zwembad wordt ingeleid. We kijken er een beetje rond en gaan dan terug richting camping. Dat doen we door over de Tunnel Mountain te rijden, vanwaar je een mooi zicht hebt op het Banff Springs Hotel en Banff zelf. Op de weg terug vallen de kinderen lekker in slaap (een verlaat middagdutje) en ook Lizet zit al gauw te knikkenbollen. Rustig terug rijdend geniet ik van de rust en het uitzicht.
Het avond eten is zoals gezegd bij de tent. Daarna doen we nog een whirlpooltje, waar het nu wel een stuk drukker is als ‘s middags. Van zulk warm water wordt je wel lekker loom en de kinderen vallen dan ook snel in slaap.
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetuer adipiscing elit, sed diam nonummy nibh euismod tincidunt ut laoreet dolore magna aliquam erat volutpat. Ut wisi enim ad minim veniam, quis nostrud exerci tation ullamcorper suscipit lobortis nisl ut aliquip ex ea commodo consequat. Duis autem vel eum iriure dolor in hendrerit in vulputate velit esse molestie consequat, vel illum dolore eu feugiat nulla facilisis at vero eros et accumsan et iusto odio dignissim qui blandit praesent luptatum zzril delenit augue duis dolore te feugait nulla facilisi.