weblog:
A website that displays in chronological order the postings by one or more individuals and usually has links to comments on postings.
Raytje
De verzamelde werken – Volume II
De gebruikelijke verzameling van belangrijke informatie, wetenswaardigheden, laatste nieuwtjes, eerste geruchten, roddel, achterklap, onzin en klets.
Hiking
Vandaag wordt het een mooie dag. Denk ik. Alls ik wakker wordt en uit het raam kijk zie ik dit:
(sorry, ik weet dat er iemand is die zo’n foto niet wil zien. Wacht even af tot het eind van het verhaal: wie het laatst lacht lacht het best!)
We staan vandaag wat vroeger op, zodat we gebruik kunnen maken van het mooie weer in de ochtend en aan het begin van de middag.
Na wat boodschappen parkeren we de auto op het begin punt van de wandeling naar Ptarmigan lake (klinkt trouwens als een dinosaurus). Daar is om precies te zijn nog een parkeerplaats vrij. De wandeling begint door een mooi dennenbos, waar het net geregend heeft. Het ruikt in ieder geval lekker fris. Het pad gaat wel behoorlijk steil omhoog. Na een kilometer of 3 komen we boven de boomgrens uit. Precies hier ligt een mooi klein meertje, waar de nog besneeuwde bergen in spiegelen. Een foto moment dus.
Ook heeft iemand besloten hier een prive camping te beginnen, want er staat een tentje tussem de bomen. Maar ons doel ligt nog iets verder. Door wildflowers stijgen we verder en bereiken uiteindelijk op 3700 meter het Ptarmigan Lake. We zijn niet de enigen. Er staat ook een visser ?!?!? Iemand anders vertelt dat deze vissers dit meertje via een bergweggetje aan de andere kant van de berg kunnen bereiken. Ik kijk op de kaart en zie inderdaad dat het dan maar een klein stukje lopen is. Maar, zoals de Amerikaanse vrouw zei: “we got all the views” (wij hebben de mooie uitzichten).
We rusten even uit, eten wat fruit, kijken wat rond en gaan dan de 3.3 mijl (5.3 km) weer terug. Tijdens het tochtje naar beneden begint er een aardig donker wolkendekje te vormen. Het is weer 2 uur ’s middags! We zijn net bij de auto, als het gaat regenen. Dat is nog eens timing!
We in Buena Vista bij een broodjes zaak. Nou ja, het zijn beslist geen broodjes, maar flinke subs zoals ze in Amerika heten. We hadden van het wandelen flink honger gekregen, maar dit is wel erg veel. We eten niet alles op, maar nemen het mee.
We hadden de kids beloofd dat als er tijdens het wandelen niet gemekkerd werd, we dan gingen zwemmen. Dat systeem (sommigen noemen het chantage, anderen noemen het positief belonen, en weer anderen noemen het opvoeden) werkt prima. Dus na het eten rijden we door naar Mt Princeton Hot Springs. Ja, hier hebben ze ook zo’n bron waar een zwembad omheen is gebouwd. We komen net aan als het aan het onweren is, dus we weten dat we dan een half uur moeten wachten (de regel in Colorado is kennelijk dat de badgasten pas weer in het water mogen als het een half uur niet meer geonweerd heeft). Na het wachten is het water extra lekker. Ook hier kun je afkoelen in de rivier die er langs stroomt. Tegen een uur of zes begint het opnieuw te onweren en moeten we eruit. We besluiten om te vertrekken.
Als we op de camping aankomen is het een grijze bedoeling. Nu ziet het uitzicht er zo uit:
(Een heel verschil met de foto van deze ochtend!)
Naar Buena Vista – Central Colorado
Als je vanuit Durango noordwaarts rijdt, neem je "million dollar highway". Ik weet niet of de aanleg van de weg destijds zoveel kostte, of dat het uitzicht vanaf de weg zoveel waard is. Ik ga maar even uit van het laatste. Bovenop de pashoogte stappen we uit en kijken even rond, zoals zovelen hier doen. Terwijl ik foto’s sta te maken, vraagt een Amerikaans stel aan Li of ze even een foto van ze wil maken. Nu ziet Li niet zo geweldig, dus geeft ze de camera aan Fabian. Zijn eerste opdracht!
Door Silverton en Ouray, beide typische mijnstadjes, die zonder problemen de overgang naar het grote toerisme hebben gemaakt. De oorspronkelijke gebouwen aan Main Street staan er allemaal nog wel, maar bevatten in plaats van een saloon en jail nu kitscherige souvernirwinkeltjes en jeep verhuur bedrijven.
Na Ouray is het snel gedaan met het berglandschap. We rijden het heuvelachtige in. Hier meren met watersport. We hebben het tot nu toe droog gehouden, maar de lucht belooft niet veel goeds. Overigens wel een mooi gezicht: bergen die door de zon verlicht worden, terwijl de lucht in de verte donkerblauw is.
Langzamerhand beginnen we weer te klimmen. Hier gaan we de continental divide over. Oftewel in goed Nederlands, de regenscheiding. Ik heb het de kids maar als volgt uit gelegd. Als je aan de ene kant van de continental divide een plas doet, dan stroomt ie naar de Atlantische oceaan. Ga je een meter verder staan, aan de andere kant van de divide, dan stroomt ie naar de stille oceaan. Nou, dat begrepen ze wel.
Tegen een uur of zes bereiken we de KoA van Buena Vista. Buena Vista ligt in een breed dal aan de voet van Mount Princeton, een van de ongeveer 40 14000 voet (= 4267 meter) bergen die Colorado rijk is. Op deze camping hebben we geen tentplaats, maar voor 5 dagen een cabin gehuurd, een hutje met een paar bedden en een paar stoelen.
Die avond is het meteen raak op de camping. Er is om zeven uur een social-ice. Voor een dollar krijg je een enorme bak met ijs. We kopen er maar 2 voor de hele familie, en dat is eigenlijk nog te veel.
(let vooral op de bak met ijs die daar voor Fabian gevuld wordt…)
De volgende dag staan we op ons gemak op, en doen de meer aardse zaken: boodschappen, geld tappen, en even langs het visitor centre, waar een aardig dame ons maar niet wil laten gaan: Wat? Ga je morgen pas wandelen? Maar wat doe je dan vandaag? En hoeveel dagen blijf je hier? En wat doe je dan die andere dagen?
Bij een outdoor shop kopen we een wandelkaart, zodat we de dag erna kunnen gaan wandelen.
We kijken een beetje rond in een naburig dorpje, dat een ghosttown heeft. Een ghosttown is een een dorpje uit de 20e of 21e eeuw, waar vroeger mijnwerkers gehuisd werden, maar dat na het sluiten van een mijn verlaten werd. Niemand woonde er dan nog, maar alle gebouwen staan er nog. Het stadje waar we zijn gaan kijken had een creatieve eigenaar, die alle huizen een andere bestemming had gegeven (bed & breakfast, te huren cabin, etc). Niet echt ghosttown dus, maar wel lekker commercieel.
’s Avonds bakken we een biefstukje. Vanwege de wind moet ons gasfornuis even in een hoekje worden weggestopt.
Na het eten moet een van de kids meehelpen afwassen. Je begrijpt dat ze daar erg op staan te kijken, not.
Pagosa Springs
Deze dag begon niet zoals ik verwachtte. De bedoeling was om deze ochtend te gaan wandelen, en daarna naar een hot springs, een minerale bron, te gaan. Alleen dat laatste is gelukt.
We waren al vrij laat vertrokken (laat opgestaan, uitgebreid ontbeten), en gingen naar het beginpunt van onze wandeling, de Red Creek trail. Deze kwam uit een 15 jaar oud boek van Colorado. Het beginpunt van de wandeling bleek niet meer bereikbaar te zijn. Ok, dan overschakelen naar een alternatief, de Animas Mountain trail. Iets in de beschrijving vertelde me dat dit niet echt een wandeling was, maar meer een zondagmiddag-ommetje. Dat bleek te kloppen: we kwamen meer mensen tegen die hun hond gingen uitlaten dan serieuze wandelaars. Bovendien liepen we pal in de zon en klaagden de kids elke 2 minuten dat ze het stikheet hadden. Dit werd niks. Nog even een foto gemaakt van Durango en toen maar omgedraaid en vertrokken.
Ondertussen al weer 12 uur, eerst even boodschappen doen voor het middageten. Tegelijkertijd bel ik de volgende camping om onze reservering nog eens te controleren, want ik had nog geen bevestiging gehad. De reservering was wel gemaakt, alleen onder een verkeerd gespelde naam. Dit komt regelmatig voor: de naam "van Beek" wordt hier teneerste zonder spatie geschreven en ten tweede is ie onbekend, dus wil men die altijd gespeld hebben. Kennelijk gaat dat met mijn Engelse uitspraak regelmatig fout. Maar goed, alles wat duidelijk en wel degelijk gereserveerd.
Ook maar even de laatste camping bij Denver gereserveerd, zodat we ons daar ook niet meer druk over hoeven te maken.
Na een picknick bij het visitor center van Durango, op weg naar Pagosa Springs, zo’n 60 mijl naar het oosten. Hier is een hot springs waar men een resort omheen heeft gebouwd. Ik ontdekte deze hot springs toen ik in Nederland op zoek was naar zwembaden in Colorado (onze kids – en niet alleen die van ons, denk ik – willen het liefst elke dag in een zwembad, en die zijn hier nu eenmaal niet dik gezaaid). De website http://www.pagosahotsprings.com/ maakt een erg classy en high-society indruk van het geheel. Echt iets voor ons dus!
In werkelijkheid is het gewoon een veredeld zwemparadijs. Overal stoelen en ligstoelen met handdoeken. Gillende kinderen. Toch kunnen we onze draai wel vinden. Er is een pool met uitzicht over de rivier die precies de temperatuur van het badwater op de Volder heeft. Alleen is dit bad iets groter. Je hebt ook een prima uitzicht op de lucht. En die zien we op een gegeven moment toch echt dicht trekken. Dat wordt regen en onweer.
Het management begint wat zenuwachtig te worden en haalt op een gegeven moment iedereen uit het water, voor zover men zelf nog niet besloten had om uit het water te gaan. De meeste vertrekken. Wij niet, we hebben niet voor niets 60 mijl gereden! Samen met een paar andere doorzetters zitten we de drie kwartier uit, waarna we het water weer in mogen. Nu is het heerlijk rustig en komt de werkelijkheid meer overeen met de website. We brengen nog 2 uur door in een aantal pooltjes, afgewisseld met een dompeling in de rivier, om even af te koelen.
Tegen een uur of zeven beginnen we honger te krijgen en willen we er ook wel uit, dus aankleden en weer op pad. We ontdekken onderweg een nieuwe goedkope fastfood keten van het niveau Wendy’s: Sonic. Let op, dit is nog erger als McDonalds. Je komt aanrijden, rijdt een parkeervak in, draait je raam open, drukt op een knop op een bord met de ’menu’kaart en plaatst je bestelling via een microfoon. Na een paar minuten komt iemand je eten brengen. Laten we het er maar op houden dat het je maag vult….
Durango, Colorado
’s Morgens in Moab. De zon begint meteen zijn hitte te stralen. Ik word so-wie-so vroeg wakker, maar nu brandt de zon ons de tent uit. Iets waar de kinderen minder last van hebben. Dat is een mooi foto-moment!
We pakken de boel weer in en gaan terug naar Colorado. Het doel is Durango, een stadje tegen de San Juan Mountains in het zuidwesten van Colorado. Hier lekker hoge bergen met al het moois dat daar bij komt kijken..
Maar voor we zover zijn rijden we door heuvelachtig landschap. De airco staat weer aan, want het is aardig warm. Hier lijken de boeren alleen gras te verbouwen, om er hooi van te maken. Je kunt hier weer eens ver kijken. In de verte zien we de San Juan Mountains al liggen, ons doel van vandaag. Terwijl ik rijd, gaat Lizet creatief met het fototoestel: via de zijspiegel een foto van wat achter ons ligt.
In Cortez gaan we even naar het Welcome Center. Colorado heeft aan de grenzen een aantal van deze centra om de toerist van dienst te zijn. Deze centra lijken altijd bevolkt door oudjes die toch nog een zinnige bezigheid zoeken (of is het gewoon om een inkomen te verdienen?). In ieder geval wordt ik door oma meteen aangesproken om maar vooral het gastenboek in te vullen. Als ze ziet dat ik “Netherlands” invul, komen de verhalen los.Over haar Duitse man, en de “great friends” die ze in in Nederland heeft. Over het dochter die in New Hampshire woont. Over welke talen we leren op school. Etcetera. Informatie waar een Europese tourist op doorreis echt wat aan heeft.
Na dit intermezzo rijden we verder naar Durango. Donkere wolken pakken samen boven de San Juan Mountains. Ergens moeten we een pas over en daar hoost het van heb ik me jou daar. Ik leg Fabian uit waarom die wolk daar blijft hangen, terwijl het toch waait. Iets met drukken, hoogtes, vocht en uitzetten van gassen. Ik vond het in iedergeval een aannemelijk verhaal. Erwin Krol zou trots op me zijn geweest. Hij zou het weer hier ook nog eens hartstikke interessant hebben gevonden.
We vinden de KoA van Durango boven op een berg. Ons plekje staat vlak onder de top, en bij het uitstappen zien we ook meteen de donker lucht die nu op ons af lijkt te komen. Precies op de top staat een GSM mast met een enorme koperen bol erop. Een bliksemafleider? We vertellen dekids in ieder geval dat de bliksem best eens zou kunnen inslaan in die bol en dat dat niet geruisloos gaat.
Een KoA-er legt ons uit dat we in het “monsoon season” zitten: elke middag pakken zich donkere wolken samen en is er kans op regen. De Amerikaan overdrijft wellicht een beetje: hier noemen ze een middagbui een monsoon, terwijl bij een monsoon in Birma het halve land in zee wegspoelt…
Maar inderdaad, de komende dagen zullen we zien dat dit schouwspel zich iedere middag herhaalt, en af en toe ook voor regen en altijd voor bliksem zorgt.
We hebben deze camping voor 4 nachten geboekt. We willen nu veel minder reizen en meer uitrusten. Dus ’s morgens wat actiefs en ’s middags of ’s avonds luieren. Dat betekent dat de kids meteen bij thuiskomst vragen of ze naar het zwembad mogen. Helaas moet een van ons dan mee, deze KoA heeft als regel dat kinderen onder de 18 (!) jaar niet zonder ouders mogen zwemmen. Belachelijk, maar je doet er niets aan.
’s Avonds eten we bij een Mongolese Grill, een soort wok-toko, waar je zelf kunt uitzoeken wat de kok voor je moet wokken. Dit gebeurt dan op een grote ronde hete plaat. Erg lekker. Na het eten kunnen we op de KoA camping meteen bij de thuis bioscoop aanschuiven. Ze draaien DVDs voor de kids.
De volgende dag boeken we telefonisch de volgende camping alvast, in Buena Vista.Omdat we daar 5 dagen willen blijven, dachten we dat we dit wel even moesten aankondigen. Helaas blijkt dat we al te laat waren. Voor een auto met 2 tentjes hadden ze geen plek meer. Gelukkig hebben ze wel cabins, een soort houten huisjes met alleen een paar bedden. Deze hebben we dan maar voor 5 dagen gereserveerd. Ook boeken we een raft tour. Voor degenen die niet weten wat raften is: je zit met een aantal man in een stevige rubberen boot en laat je in een snel en soms wild stromende rivier naar beneden storten. Deze activiteit gaat morgenvroeg plaatsvinden. De kids zijn helemaal wild van het idee dat ze dit gaan doen, maar ik hoef niet zo nodig. Het lijkt me zo koud.
Daarna bekijken we Durango en eten we in een heuse saloon met alles er op en er aan, zelfs de barjuffrouw met veer in haar haar en een kousenband. Dit laatste sprak vooral papa aan.
De volgende dag: we staan om 8 uur bij het vertrek punt voor het raften, betalen en krijgen wat laatste instructies. Daarna gaat het in een Amerikaanse schoolbus met aanhanger voor de boten naar de rivier. De hele ochtend drijven we de Animas river af, bij tijd en wijlen wild. Over het algemeen toch een beetje tam. De kou valt wel mee, de zon schijnt lekker, en onze kleren drogen zo weer op. Aan het eind van het traject is er een rots in het water, waar je op kunt klimmen en daarna in de rivier kunt springen. Manouschka is als een van de eersten, en ook ik wil wel een poging wagen (waarbij ik mijn scheenbeen openhaal). Dan mama ook, maar Fabian lijkt het niks en hij blijft mooi aan de kant staan.
Na afloop kopen we voor 18 dollar een foto die onderweg van ons is gemaakt. Ik sta helemaal versteld als ik die foto digitaal kan krijgen. Via een memory stick staat ie op mijn laptop:
Die avond gaat het dan toch echt regenen en wordt het een tarp activitieit. Toch best gezellig en het smaakt er niet minder om!
Bryce Canyon en Capitol Reef National Park
Bryce Canyon is een apart stukje natuur. Allereerst de kleur, fel oranje/rood. De rotsen zijn vrij zacht, waardoor ze snel afbrokkelen onder invloed van water en temperatuur. Dit zorgt voor een apart schouwspel. Elk moment van de dag heeft ander licht en zorgt voor andere kleuren. Juist hier is dat goed te zien.
De dag dat we aankomen, krijgen we voor het eerst met regen te maken. Tijdens de rit hierheen hebben we al een enorme hoosbui gehad, en in het park zelf miezert het wat. Maar onder de tarp hebben we daar geen last van. De dag erna blijft het bewolkt. De rangers in het park gaven aan dat het ’s morgens de minste kans op regen geeft, dus het plan is om ’s morgens een wandelingetje te gaan maken. Niet te lang, want we beginnen het vele en lange reizen tussen de parken te voelen. We hebben niet meer zo’n zin om enorme afstanden te gaan hiken. Ook het kamperen in de parken begint een beetje op te breken. De campings in de parken zijn wat primitiever, dan bijvoorbeeld de KoA campings.
Het wordt de Queen’s Garden trail. Hierbij daal je af langs de rode staken (hoodoo’s genaamd) en wandel je er tussen door. Omdat het bewolkt is, weet ik zo gauw niet wat ik moet fotograferen. Dus stond ik op de stand knip-maar-raak. Aan het eind van de wandeling had ik meer als 100 foto’s gemaakt, het geheugenkaartje was bijna vol. ’s Middags meteen op de laptop gezet.
’s Middags kwam inderdaad ook de regen, niet veel, maar genoeg om onder de tarp te blijven. Manouschka heeft macaroni gemaakt en we hebben lekker gegeten. In het visitor centre van het park zien we dat het weer de komende dagen slecht blijft, in het zuiden van Utah. Oorspronkelijk waren we van plan om daar nog wat dagen in andere parken door te brengen. Maar het weer, samen met het feit dat we langere tijd op een KoA camping willen blijven zorgt ervoor dat we eerst richting Moab gaan. Daar is een KoA camping en de vorige keer dat we daar waren (15 jaar terug) was het er bloedje heet. We hopen nu maar dat het daar in ieder geval niet regent.
’s Morgens, als we gaan opbreken, zijn de tenten nog nat en samen met het zand rondom de tent zorgt dat voor een lekkere smeerboel. Ook in de auto, waar alles in moet. Door slim in te pakken, kunnen we het nog een beetje beperken. Maar goed, straks in Moab, is de boel zo weer droog en kunnen we hopelijk alle zand eraf vegen.
Onderweg van Bryce naar Moab komen we in een stuk van 300 mijl de meeste aparte landschappen tegen: het begint dus met Bryce rood, dan wordt het geirrigeerd groen, en dan weer dor geel. Ergens in dat dorre geel, krijgen we enorme stortbui. Blij dat we niet hier met de tentjes staan. Dan ineens Capitol Reef National Park. Rood. John Wayne, want vroeger werden hier westerns opgenomen. En inderdaad, je ziet de indianen op hun paard zo voor je boven op de rotsen staan. Maar ome John is niet meer, en tegenwoordig mag de burger er gewoon kamperen.
Verder maar weer. Over highway 24, tussen Hanksville en Interstate 70. Dit is het langste stuk rechte weg dat ik ooit gereden heb. Ik schat dat de weg zo’n kilometer 50 kaarsrecht is. Wel over heuvels, maar altijd in dezelfde richting. Het landschap is overigens niet saai, er is altijd wel iets boeiends dat aan de horizon opdoemt. Al denken de kids er wel anders over: Fabian vermaakt zich met een puzzelboekje en zijn mp3 speler en Manouschka houdt een dagboekje bij, ook met haar mp3 speler. Ja, wij zijn een erg communicatief gezin. Het is bijna schikken als we de Interstate naderen.
Via een stukje Interstate en dan weer naar het zuiden richting Moab. Even de raampjes open. Ja hoor, het is nog steeds zo warm als 15 jaar geleden. Gauw de airco maar weer aan! De KoA is gauw gevonden en de tentjes zijn snel opgezet, om daarna meteen het zwembad in te duiken. Zelfs papa, die normaal niet zoveel van zwemmen moet hebben, kan hier even afkoelen. ’s Avonds eten we bij een ’family restaurant’. Dit is het soort restaurants dat niet onder ketens valt, en waar je redelijk normaal eten kunt krijgen. Redelijk normaal is dan altijd salades, hamburgers-met-friet en steaks.
Omdat het internet op deze KoA wel werkt, kan ik eindelijk de Yellowstone en Grand Teton verhalen op de site zetten.
De verkeerde kant van de Rockies
Wat is er toch aan de hand met het Amerika van tegenwoordig? Toen Lizet en ik in 1991 voor het eerst naar Amerika ging en een rondreis met tent maakte (eigenlijk dezelfde manier als nu!), waren we de enige Europeanen op de campings. Verder zaten er alleen Amerikanen. Gaandeweg zagen we ook andere Europeanen (vooral Nederlanders en Duitsers) op de campings verschijnen. Eerst natuurlijk alleen met campers, maar later toch ook echt met tentjes. Vijf jaar geleden zagen we de eerste gezinnen uit Europa, net als wij zelf.
Maar nu bij deze reis is er toch echt een ommekeer merkbaar, er is een nieuw tijdperk begonnen. De camping in Bryce Canyon wordt namelijk overspoeld door …. Fransen. Het is echt niet te geloven, de ene na de andere plek lijkt gevuld te worden door Fransen. Het lijkt wel of het vliegtuig uit Parijs net is aangekomen, zo zaait het zich uit. Hele busladingen worden in dit park gedropt.
Dit kan toch niet de bedoeling zijn: ik vermijd al heel mijn leven Frankrijk als vakantieland, zodat je ze niet tegenkomt. Amerika is dan een mooi alternatief. Maar waar moeten we nu naar toe als we ze hier tegen gaan komen?
Vanmorgen maakten we een wandeling door Bryce Canyon en werden we door anderen begroet met ’bon jour’ !!!! Het moet toch niet gekker worden. Ik stond op het punt om te zeggen ’What the f**k is a bon jour?’.
We liepen wat te filosoferen waar dit nou door wordt veroorzaakt, en dachten dat het misschien ligt aan de nieuwe generatie Fransen die nu wel (verstaanbaar, hahaha) Engels op school krijgt.
Daarom heb ik een aantal maatregelen bedacht om Amerika weer Frans-arm, Frans-loos en Frans-vrij te maken:
- Fransen krijgen op school geen Engels meer, het lukt ze toch niet.
- Fransen mogen nog maar naar een staat in Amerika, namelijk Nebraska. Daar wil toch niemand naar toe.
- Fransen moeten bij binnenkomst bij de douane een hamburger bestellen. Als ze dit niet lukt, dan moeten ze terug naar huis (ingegeven door de hilarische scene uit de Amerikaanse versie van Inspector Clouseau met Steve Martin, waarbij hij in Amerika een hamburger probeert te bestellen: "I would like a hamburger"). Dit is een soort Rita Verdonk maatregel – je komt er niet in als je de taal niet spreekt!
Het leukste vermaak is leedvermaak. Toen gisteren onze nieuwe buren op de camping Fransen bleken te zijn, gingen we er eens goed voor zitten. Het opzetten van de tenten bleek al lekker lang te gaan duren, ze waren aardig onhandig. En natuurlijk hun acties een beetje larderen met Inspector Clouseau-achtige uitspraken. En toen begon het te regenen. Wij vanonder onze tarp bekeken eens goed hoe ze met hun eten op de barbecue bezig waren, en probeerde te redden wat er te redden viel.
Een andere gedacht die in ons opkwam was dat de meeste toeristen naar West Amerika (Los Angeles) vliegen om vandaar uit hun rondreizen te maken. Verder dan Bryce Canyon zullen ze waarschijnlijk niet gaan. Dat is wel het meeste oostelijke waar ze komen. Dus als we straks naar Colorado en de oostkant van de Rockies gaan, zijn we er vanaf. Dan zitten we weer aan de goede kant van de Rockies. Hopelijk geen wishfull thinking!
Naar Bryce Canyon
Als we Grand Teton National Park verlaten bereiken we vrijwel meteen Jackson. Dit is een echt cowboy stadje, maar wel voorde commercie. Toch is de sfeer wel leuk. Helaas hebben we een hoop te rijden vandaag, dus daar hebben we echt geen tijd voor.
Het landschap blijft eigenlijk zoals in Grand Teton: hoge bergen, smalle dalen, waar dan riviertjes en wegen zich tussen door kronkelen. Dit is het gebied van de National Forests, zeg maar het Staatsbosbeheer. Regelmatig kom je langs de campings, die voor de liefhebbers zijn uitgerust met pittoilet, oftewel een-gat-in-de-grond-plee. Niet echt lekker, maar werkbaar.
Als we eenmaal Wyoming uitrijden en Idaho binnenkomen, veranderd het landschap ook snel. Nu geen hoge bergen meer, maar brede vlakke dalen tussen bergen in. Van nature erg dor, maar irrigatie doet hier wonderen. Hier zien we de enorme sproei-installaties om de, ook enorme, weilanden te besproeien. Zo te zien verbouwen zehier voornamelijk gras, om er hooi van te maken. Overal zie je net gemaaid gras of blokken hooi in het veld liggen. De wegen zijn kaarsrecht en komen door dorpjes van 100 tot 300 mensen. Dorpjes is eigenlijk een te mooie weergave, soms zijn het complete woonwagen kampen: geroeste traktoren in de voortuin, een half ingestorte schuur,maar wel een trailer met een dikke motorboot op de gravel oprit.
Die motorboot hebben ze natuurlijk nodig om op Bear Lake te gaan varen. Na een uurtje rijden bereiken we dit zeer blauw uitziende meertje, waar de commercie hoogtij viert. Als we hier ergens aan het water willen picknicken komen we er achter dat alle strandjes of prive-bezit zijn, of dat je er iets van 8 dollar voor moet betalen om er te mogen picknicken. Daarom rijden we bij Graden City maar van het meer af, meteen de berg op. Hier is een uitzichtspunt met wat picknick banken. Eigenlijk nog mooier ook. Alleen waait hier de turkey van je french bread af, dus daarom eten we in de auto.
Brightam City ligt aan de andere kant van de berg. Nu zijn we in Utah, de staat van de Mormonen. Deze religie is opgericht door Brightham Young, vandaar de naam van de stad. Aan de rand van de stad vinden we de vanuit Boxtel gereserveerde KoA camping. Door de kids is er rijkhalzende naar uitgekeken, want sinds 5 dagen komen we weer bij een zwembad. Dus na het tent opzetten, onder de grote bomen met veel schaduw (het is hier 35 graden!), duiken we met z’n allen het zwembad in. Heerlijk.
Vlak bij Brightham City ligt het Golden Spike National Monument. Op deze plaats zijn lang geleden, tijdens de ontwikkeling van het westen, het spoorwegennet van de westkust met het net van de rest van het land gekoppeld. Daarmee was de eerste verbinding van de oost- en westkust een feit. De rails is met een gouden spijker op de laatste biels vastgezet. Midden in de dorre heuvels is deze plek uitgeroepen tot een National Monument. Als je de temperatuur hier voelt, dan weet je hoe de arbeiders destijds hebben moeten afzien. Vlakbij de Golden Spike, is ook de fabriek van Thiokol. Deze club maakt onder andere de boosterraketten voor de space shuttle. In hun voortuin hebben ze een aantal modellen staan uit hun ouvre.
De KoA is matig, als je ze vergelijkt met de anderen. Sanitair is oud, en het internet is slecht. Ik wilde daar de Yellowstone verhaaltjes op de site zetten. Deze verhaaltjes hebben nogal wat foto’sen dat duurt dus wat langer. Omdat er in het KoA gebouw elke minuut er een powerdip is, wordt elke keer hun wifi gereset. Gevolg is dat langere verbindingen niet mogelijk zijn. Bagger dus!
We slapen wel heerlijk, onder het geritsel van de blaadjes van de enorme bomen waar de tentjes onder staan. ’s Morgens ontbijten we bij Kathy’s Cafe, een cholesterol booster van ei, spek, gebakken aardappelen etc. Na de boodschappen vertrekken we verder naar het zuiden. We pakken de Interstate 15, met zo’n 300 mijl voor de boeg. Eerst door het stedelijke gebied van Ogden, Salt Lake City en Provo. Een meevaller is de spitsstrook: die hebben ze hier allang. Maar alleen toegankelijk voor auto’s met 2 of meer mensen in de auto. Bijna niemand dus. Heerlijk rustig rijden we zo 50 mijl langs de drukte op de andere 3 stroken. Moeten ze in Nederland vooral meteen invoeren!
Het landschap verandert naar nog weidser en nog droger. Buiten wordt het nog warmer. In Scipio is een ’raststette’ waar we even onze middag boterham eten. In de zon is het niet te harden, dus dan maar onder de achterklep. Verder maar weer. Als je zo over die oneindige valktes kijkt, dan zie je toch nog mensen wonen. Wat bezielt iemand om hier te gaan wonen, in alle eenzaamheid? In de zomer de ongeloofelijke hitte, en in de winter de sneeuw. Er groeit niks, behalve als je er continu water over sproeit (dat dus ook gebeurt).
Bij highway 20 verlaten we de Interstate. We gaan nu richting zuidoost. We zien het langzaamaan betrekken en enorme donkere wolken op ons afkoment. In eens barst de hoosbui los en moet al het verkeer de snelheid halveren. Even plotseling als ie begon, stopt de regen ook weer.
Vlak voor Bryce Canyon is het een en al commercie dat de klok slaat. Motelletje zus en horseback riding zo.
Dan eindelijk bereiken we Bryce Canyon en onze camping plaats. Voor de verandering zetten we ook onze tarp eens op, dat ons wat later goed uitkomt, omdat het begint te regenen. Overigens maar heel kort.
Grand Teton
Net ten zuiden van het enorm populaire Yellowstone National Park ligt een veel minder bekend, maar naar mijn bescheiden mening mooier National Park: Grand Teton. Na drie dagen Yellowstone verkassen we naar dit park.
In Colter Bay vinden we een plaatsje voor onze tentjes. Het opzetten hiervan gaat steeds sneller, Manous en Fabian beginnen de routine in de vingers te krijgen, en zo zijn we tegen een uur of elf ’s morgens al helemaal gereed met het opzetten van de tentjes.
In de middag rijden we het park rond, en picknicken we aan String Lake. Daar zwemmen de kids anderhalf rondje, want het water is hier toch wel erg koud.
Geen wonder, het is natuurlijk gewoon smeltwater, want de bergen hebben hier nog enorme vlekken met sneeuw. Een ranger vertelde dat de laatste sneeuwbui half juni is gevallen. Het is nu amper een maand later….
De bergen die bij het Grand Teton massief horen zijn beslist fotogeniek, alleen werkt het weer niet echt mee (tenminste voor mijn hoge normen): het is erg heiig. Hopelijk morgen wat beter weer. Na een bezoekje aan het nieuwe visitor centre rijden we rustig aan terug naar de camping.
Die avond loop ik vanaf de camping naar het strand van Jackson Lake. Misscien dat ik hier bij zonsopgang wat foto’s kan maken. Ik ben toch altijd vroeg wakker..
En inderdaad, om half zes ben ik wakker en met mijn fotospullen loop ik weer naar het strand. Het is nog steeds wat heiig en dat betekent dat de zonsopgang niet echt scherp op de bergen is te zien. De bergen worden wel wat oranje belicht, maar daar blijft het bij. Toch een hoop foto’s gemaakt. Misschien kan ik ze thuis nog een beetje pimpen.
Als ik bij de tentjes terug kom, ligt alles nog lekker te slapen. Ik laat ze maar rustig wakker worden. Deze ochtend maken we een wandeling in de buurt van de camping. Zoals beloofd mooie flora en wat minder fauna, maar met killer views op de bergen.
’s Middags lunchen we bij een haventje.
Tijdens een rondritje zien we nog een zwarte beerin het water spelen. Meteen enorme opstoppingen natuurlijk en mensen die tegen alle adviezen in uitstappen en van dichtbij proberen een foto te maken. Ikzelf maak een foto vanuit de auto.
Aan het eind van de middag gaan we nog even naar het strandje bij de camping. Daar val ik even in slaap. Tja, moet je maar niet zo vroeg op willen staan.
’s Avonds roosteren de kids als goede Amerikanen nog wat marshmellows boven het kampvuur.
Yellowstone 2
Vanmorgen maar eens begonnen met het maken van een kampvuur om de muggen te verdrijven. Daarna wilde de rest wel uit de slaapzak komen. Een warme kop thee was in ieder geval welkom.
Het is de bedoeling dat we vandaag wat gaan wandelen. In het visitor centre van Canyon Village staat een leuk meisje in een park ranger uniformpje je graag te woord en helpt je aan de gewenste informatie (Er staan ook oude opa’s en oma’s in een park ranger uniform, maar daar ga ik natuurlijk niet naar toe). “Oh, it’s a great hike. You’ll be able to see wildflowers and mountain goats!”. Alle wandel-informatie is hier gratis beschikbaar en dat spreekt een Nederlander natuurlijk altijd aan. De informatie voorziening is hier prima in orde!
We gaan op weg naar Mount Washburn. Via velden met de beloofde wildflowers worstelen we ons naar boven. Halverwege ontmoeten we een Amerikaan (die heb je hier wel meer), die me vraagt een foto van hem te maken. Natuurlijk. Hij vertelt ons dat er boven mountain goats liggen te zonnen. Duh, vertel eens iets nieuws.
We ploeteren verder. Het uitzicht wordt bij elke bocht mooier en we kunnen na elke rots verder kijken. Eenmaal boven bereiken we Mount Washburn, met inderdaad de mountain goats. Overigens blijven ze mooi uit de buurt van mensen. Je kunt hier helemaal rondom erg ver weg kijken.
Dit isook de reden waarom de National Park Service er een uitzichttorentje heeft gebouwd. In dit huisje is in de zomer permanent iemand aanwezig. Volgens de overlevering is hij hier 3 maanden aanwezig, waarna hij weer een “more typical way of living” aanneemt. Als er ergens een bosbrand uitbreekt, dan kan hij samen met nog 2 collega’s ergens anders in het park (afmetingen 60×80 km) snel de positie van de brand lokaliseren en kan er eventueel actie worden ondernomen. Na even wat uitgerust het hebben en een boterham te hebben gegeten, gaan we weer naar beneden. Weer halverwege komen we een Amerikaanse familie tegen die vragen hoever de waterval nog is. Waterval? Waarschijnlijk het verkeerde wandelpad genomen of zo.
Eenmaal weer terug bij de auto, met weer een hoop foto’s genomen, hebben we toch maar weer mooi ruim 10 km gewandeld.
Fabian deelt mee dat ie vanaf nu fotograferenleuk gaat vinden. We wisten al dat ie dat graag deed,maar nu gaat ie het dus leuk vinden. Zijn ouvre bestaat voorlopig nog uit foto’s van gekke bekken, een close-up van zijn oog en ook ik zie mezelf regelmatig terug.
Daarna ’doen’ we de Lower Falls van de waterval hier in de buurt. Dit is een echte touristentrekker van de eerste orde. Grote parkeerplaatsen, grote auto’s, grote mensen, en ja, dan ook een grote waterval. Iedereen maakt een foto van de waterval vanaf een bepaalde plek, omdat de park ranger heeft gezegd dat dat de mooiste plek is. En dan doen we dat ook.
Op de weg terug weer een flinke verkeersopstopping doordat iemand weer een moose-je (edelhert) zag.
We douchen in het centrale douchegebouw van Canyon Village, en Lizet wil nog even wassen, dus dat doen we dan ook maar.
Waar we hier de afgelopen week last van hebben gehad, zowel in Rocky Mountains National Park als in Yellowstone, zijn de muggen! Op de camping, onder de bomen stikt het letterlijk van de muggen. Kom je aan op een campingplaats, dan zitten er gegarandeerd binnen een minuut een hele zwerm muggen en is insmeren geboden. Niet dat dat helpt, maar dan heb je in ieder geval het idee dat je er iets aan hebt gedaan. Waarschijnlijk komt het omdat de sneeuw nog maar net verdwenen is (een maand of zo) en dat alle muggenlarven uitkomen. Of zoiets. Ik ben nooit een ster in biologie geweest.
Nog even een waarschuwing voor degenen die er over denken om nog eens in een camper door Amerika te reizen. Als je zo’n ding huurt via een reisorganisatie in Nederland, dan is de kans groot dat je een camper met het volgende uiterlijk krijgt.
Een rijdend billboard. Ik weet niet of je dat wilt. Bezint eer ge begint. Het beste is natuurlijk gewoon kamperen.
Yellowstone
Een van de dingen die de KoA campings doen is ’s morgens een pancake ontbijt verzorgen. Zo op zijn tijd is dat best eens lekker, dus aanschuiven bij de andere happy campers, je pannenkoeken overgieten met stroop en smullen maar!
Kopje koffie of thee erbij en een krantje. Je zou bijna vergeten dat we naar Yellowstone National Park moeten.
Maar omdat dit park niet al te ver weg is en we de camping daar al gereserveerd hadden, kunnen we het rustig aan doen. Dus de kids in het zwembad, waar ze andere Nederlandse kids treffen, mama doet de was en papa gaat wat internetten (ik ben bang dat de rolverdeling bij huize van Beek-van den Oetelaar vrij traditioneel is). Tegen een uur of twaalf vertrekken we richting Yellowstone. Daarvoor moeten we aardig wat klimmen en in de verte zien we al bergen met sneeuw erop.
Met behulp van onze Golden Eagle pas hebben we in alle Amerikaanse nationale parken toegang, dus we kunnen zo door rijden. In het park zelf worden we vrij snel ’geconfronteerd’ met hele afgebrande bossen. De bliksem slaat hier regelmatig in het kurkdroge hout en dat leidt dan tot bosbranden. Het beleid is dan ’laten fikken, laat de natuur op zijn beloop’. In de praktijk is het goed voor zo’n bos: de afgebrande bomen zijn weer voedsel voor een nieuwe generatie flora. En eigenlijk ziet het er toch wel mooi uit.
Langs Yellowstone Lake, en dan noordwaarts naar Canyon Village. En hier maken de kids kennis met het fenomeen dat zich in een hoop Amerikaanse parken afspeelt: er loopt een beestje langs de kant van de weg. Men gaat dan meteen in de berm staan, de deuren gaan open en de passagiers springen met fototoestel in de hand uit de auto.
Voor elke lullige bizon, edelhert of wolf zie je dat gebeuren. Gevolg: opstoppingen en langzaam rijdend verkeer. Soms besluit zo’n beest even duidelijk te maken hoe de verhoudingen liggen: zij wonen daar, en wij zijn te gast. En als zij op de weg willen gaan staan of lopen wanneer ze dat uitkomt, dan doen ze dat gewoon. En geloof me maar, zelfs met een Chevy Uplander LS instapmodelletje ga je echt wel stoppen voor zo’n 900 kg wegende biefstuk.
Op de camping zijn we snel geinstalleerd en kunnen we ons aan de barbeque gaan wijden. Dat is papa’s werk. Vuurtje stoken en biefstukken bakken (gewoon uit de supermarkt in Cody, geen bizon aangereden of zo).
We komen er achter dat vuurtje stoken hier broodnodig is, want anders wordt je opgegeten door de muggen. Als dessert hadden we gebakken appel met rozijnen en rietsuiker. Ja, je moet wel een beetje culinair blijven in het land van de milkshake.
’s Nachts merken we hoe koud het is. Ik had wel een extra deken nodig. Ook ’s morgens is het weer behoorlijk koud en een warme kop thee is dan ook hard nodig.
Vandaag beginnen we de Yellowstone Upper Fall en daarna gaan we een rondje langs de geothermische bezienswaardigheden van het park doen. Dit park staat bekend om zijn geysers en andere manieren om grondwater warm te stoken.
Er zijn allerlei varianten: water waarin mineralen zijn opgelost die als ze eenmaal bovenkomen en over de rotsen stromen hun mineralen afzetten en zorgen voor de mooiste kleuren. Verder blubberende modderpoelen en tenslotte de wereldberoemde geyser ’Old Faithfull’. Deze geyser spuit elk uur een klets met water tientallen meters hoog de lucht in, onder toeziend oog van honderen of misschien wel duizend bezoekers. Dit ding is misschien wel het meest gefotografeerde object op aarde. Maar het is dan ook spectaculair om te zien.
Vlak naast ’Old Faithfull’ staat een oude lodge, een van de eerste hotels die hier gebouwd zijn. Een prachtig oud gebouw, helemaal opgetrokken uit hout dat hier lokaal is gevonden. Een enorm gebouw, met zware houten stammen als steunpilaren. Het straalt nog steeds de statigheid van weleer uit.
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetuer adipiscing elit, sed diam nonummy nibh euismod tincidunt ut laoreet dolore magna aliquam erat volutpat. Ut wisi enim ad minim veniam, quis nostrud exerci tation ullamcorper suscipit lobortis nisl ut aliquip ex ea commodo consequat. Duis autem vel eum iriure dolor in hendrerit in vulputate velit esse molestie consequat, vel illum dolore eu feugiat nulla facilisis at vero eros et accumsan et iusto odio dignissim qui blandit praesent luptatum zzril delenit augue duis dolore te feugait nulla facilisi.